De T. rex in mijn kippenhok

Elke ochtend sta ik oog in oog met een stel nakomelingen van de Tyrannosaurus rex. Nee, geen prehistorische horrorfilm, maar gewoon mijn kippen. Zodra ik het hok open, rennen ze op me af alsof ik een weerloze prooidier ben. Niet dat ze me willen verslinden—tenzij ik vergeet hun voerbak te vullen. In dat geval beginnen ze een gecoördineerde aanval, compleet met dreigend getok en strategische flankbewegingen. Ik zweer je, als kippen handen hadden, hadden ze allang een coup gepleegd.

Wetenschappers hebben het bevestigd: kippen zijn de rechtstreekse afstammelingen van theropode dinosauriërs. Hun verre voorouders waren gevreesde jagers met scherpe klauwen en indrukwekkende spierkracht. Tegenwoordig hebben ze dat ingeruild voor flapwiekende paniek als er een blad door het hok waait, maar dat oerinstinct? Dat is er nog steeds.

Neem mijn haan. Hij patrouilleert het erf alsof hij de laatste verdedigingslinie van Jurassic Park is. Iedere schaduw is een potentiële bedreiging, elke onverwachte beweging een excuus om in de aanval te gaan. Zijn wapen? Een snavel die zo scherp is dat ik me soms afvraag of ik handschoenen moet dragen, en een oorlogskreet die zelfs een Velociraptor zou laten twijfelen. Laatst stond hij oog in oog met een verdwaalde kat. De kat won, maar de intentie was er.

Toch hebben mijn ‘mini-dino’s’ ook een verrassend knusse kant. Waar een T. rex waarschijnlijk geen ei met moederliefde zou uitbroeden, zit mijn kloekje uren op haar nest, zacht tokken en liefdevol haar veren oppluizen. Soms steekt ze zelfs een poot uit onder haar veren vandaan, alsof ze een selfie maakt. Een serieuze imagoschade voor haar bloeddorstige voorouders, maar ik zeg: vooruit, de evolutie heeft humor.

Dus de volgende keer dat je een kip ziet scharrelen, onthoud dan: je kijkt naar een levende dino, gehuld in dons. En eerlijk? Ik vind het idee van een T. rex die enthousiast naar me toe rent voor een handje maïs een stuk gezelliger dan de Jurassic Park-versie. Hoewel… als kippen ooit hun tanden terugkrijgen, verhuis ik alsnog naar een bunker.