Onder de ochtendzon, door dauw gehuld, waar elke stap haar vrijheid vult,
wandelt een kip, met trots als kroon, haar hof is wijds, haar wereld gewoon.
Geen koningin zo groot als zij, met elke ‘tok’ straalt zij erbij.
Ze graaft naar schatten, verborgen diep,
een meesteres van wat de aarde biedt.
Haar vleugels reiken niet naar hoog, maar bieden warmte, veilig oog.
Ze bouwt een troon van stro en rust, waar elke graankorrel wordt gekust.
Een klauw als kwast, een veld als doek, waar dromen groeien in elk hoek.
Ze schildert tijd, met zorg en kracht, een meesterwerk, door haar bedacht.
Wat weet zij meer dan wij verstaan? Een eenvoud die wij laten gaan.
Want in haar hof, zo klein van stuk, ligt levenskunst in elke pluk.
Haar lied weeft vreugde door de lucht, een zucht van hoop, een zachte vlucht.
Ze leert ons kijken, echt te zien, het koninkrijk van wat wij ‘gewoon’ misschien.
En zie hoe elk ei als erfenis straalt, een cirkel die nieuw leven vertaalt.
Een band met aarde, eeuwig rond, een les die in ons hart beklijft en woont.
Dus zie haar schijnend in het licht, de kip, een pracht, een evenwicht.
Een sprankel wijsheid, kracht zo fijn, een leven simpel, en toch zo rein.
Ontdek meer van KippenKronieken
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.